fbpx

Aandeel

Een aandeel is een bewijs van deelneming in het eigen vermogen van een bedrijf. Je koopt een aandeel en het bedrijf kan dat geld naar eigen inzicht gebruiken. Tegenwoordig zijn bijna alle aandelen naamloze (digitale) aandelen waar de naam van de eigenaar niet op staat. De persoon die het aandeel ‘toont’, is de eigenaar. In ruil krijgt de persoon die het aandeel gekocht heeft, de aandeelhouder, dividend uitgekeerd als het bedrijf winst maakt. Ook krijgt de aandeelhouder stemrecht op de aandeelhoudersvergadering. Als een bedrijf failliet gaat, ben je jouw geld kwijt. Als het bedrijf succesvol is, worden de aandelen van het bedrijf meer waard. Op het moment dat je deze verkoopt tegen een hogere waarde dan noemen we dit koerswinst.

In Nederland worden de aandelen van beursgenoteerde bedrijven verhandeld op de effectenbeurs van Amsterdam Exchanges (AEX). Dit Engelstalige filmpje legt kort en krachtig uit wat aandelen zijn.

Aandeelhoudersvergadering

De formele term voor aandeelhoudersvergadering is Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVvA).

Een aandeel is een bewijs van deelneming in het eigen vermogen van een bedrijf. Beursgenoteerde bedrijven zijn verplicht om minimaal één keer per jaar een vergadering te houden met hun aandeelhouders, die door middel van hun stemrecht in beperkte mate invloed kunnen uitoefenen op het bedrijf.

Aandelenoptie

Een aandelenoptie wordt ook wel kortweg optie of derivaat genoemd.

Een optie is een verhandelbaar recht tot het kopen of verkopen van een pakket aandelen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Met een optie koopt men dus het recht om iets te kopen of verkopen, de werkelijke koop of verkoop heeft nog niet plaatsgevonden. De optie is geldig tot een vooraf bepaald moment.

Bijvoorbeeld: wie een koopoptie neemt op een huis heeft dat huis nog niet gekocht, maar verzekert zich voor een korte periode van de mogelijkheid om te kopen. De verkoper mag het huis gedurende die periode niet aan een ander verkopen.

Aandelensplitsing

Bij een aandelensplitsing wordt het aandeel gesplitst in meerdere gelijke delen. De nominale waarde wordt hierdoor lager en er ontstaan meer aandelen van een lagere waarde. Door deze splitsing worden de aandelen beter verhandelbaar.

Bijvoorbeeld: één aandeel van € 1000,- wordt gesplitst in vier delen, dan ontstaan er vier aandelen met elk een waarde van € 250,-.

Advieskoers

Een advieskoers is een verwachte koers van een aandeel bij de opening van een beursdag op basis van orders die vooraf zijn geplaatst.

AEX

AEX staat voor Amsterdam Exchanges Index. Het wordt ook wel de AEX-index genoemd. De AEX is een beursgraadmeter, te vergelijken met een thermometer die de temperatuur aangeeft.

Een stijging van de koers van de AEX betekent dat het goed gaat met de effectenbeurs, een daling betekent dat het niet zo goed gaat op de effectenbeurs. Op de AEX-index worden naast aandelen ook opties en futures verhandeld. De AEX is gevestigd in Amsterdam op Beursplein 5.

De AEX-index bestaat uit 25 fondsen die in rangorde naar omzet en verhandelbaarheid de eerste tot en met de vijfentwintigste plaats innemen op de ranglijst. Lager geplaatste fondsen zijn te vinden in de AMX-index en de AScX-index.

 

Afdekken

Er zijn twee betekenissen voor het woord afdekken.

De eerste betekenis van dit woord betekent het terugkopen van effecten of valuta’s die men in een eerder stadium verkocht heeft zonder ze daadwerkelijk te bezitten. In het Engels wordt deze beursterm short covering genoemd.

De tweede betekenis is het afdekken van toekomstig koersrisico door het vastleggen van een bepaalde prijs voor een moment in de toekomst. In het Engels wordt deze beursterm hedging genoemd.

Afloopdatum

De laatste dag waarop het optierecht mag worden uitgeoefend, ook wel expiratiedatum genoemd. Na deze datum wordt de optie waardeloos.

Agio

Het positieve verschil tussen de aankoopkoers van aandelen of obligaties en de nominale waarde daarvan.

Bijvoorbeeld: stel dat de nominale waarde € 50,- is en de actuele uitgiftekoers bedraagt € 55,- dan is het agio dus € 5,-.

Het tegenovergestelde is een disagio.

Agioreserve

Een financiële buffer die is ontstaan door uitgifte van aandelen boven de nominale waarde, zie het begrip agio.

Een agioreserve kan door een onderneming worden gebruikt voor uitkeringen aan aandeelhouders in de vorm van een agiobonus.

Altcoins

Altcoin is de afkorting voor alternatieve coin. Dit is de officiële benaming voor alle cryptomunten anders dan de Bitcoin. Maar meestal wordt het woord altcoins gebruikt wanneer men het heeft over coins die nog niet erg bekend zijn en een klein marktaandeel hebben.

Amerikaanse stijl

Op de beurs wordt onderscheid gemaakt tussen Amerikaanse en Europese stijl-opties.

Het verschil tussen beide optiestijlen is het moment van uitoefenen. Het koop- of verkooprecht van een optie Amerikaanse stijl kan gedurende de gehele looptijd worden uitgeoefend door de houder van de optie, een Europese stijl-optie daarentegen kan uitsluitend aan het einde van de looptijd worden uitgeoefend.

Amsterdam Exchanges

De Amsterdamse effectenbeurs is een van de oudste financiële handelsbeurzen ter wereld en de grootste aandelenbeurs van Europa. De belangrijkste graadmeters van de Amsterdamse beurs zijn de AEX en de Amsterdam Midkap Index (AMX). De beurs is eigendom van Euronext. Handel vindt plaats op werkdagen van 9.00 tot 17.30 uur.

AMX

AMX staat voor Amsterdam Midkap Index. Het wordt ook wel de AMX-index genoemd. De AMX-index is het zusje van de AEX-index.

De AMX-index bestaat uit 25 fondsen die behoren bij het middensegment van de Nederlandse aandelenmarkt, dat wil zeggen die qua omzet de zesentwintigste tot en met de vijftigste plaats innemen op de ranglijst van meest actieve fondsen naar omzet en verhandelbaarheid. De AMX-index volgt dus op de AEX-index.

Appreciatie

Een appreciatie is de waardestijging van de ene munt ten opzichte van de andere.

Bijvoorbeeld: de waardestijging van de euro ten opzichte van de dollar zorgt ervoor dat je meer goederen en diensten kan kopen voor dezelfde euro, de euro is in dit geval geapprecieerd.

AScX

AScX staat voor Amsterdam Small Cap Index. Het wordt ook wel de AScX-index genoemd. De AScX-index is het zusje van de AEX-index en de AMX-index.

De AScX-index bestaat uit 25 fondsen die in rangorde naar omzet en verhandelbaarheid de eenenvijftigste tot en met de vijfenzeventigste plaats innemen op de ranglijst. De AScX-index volgt dus op de AMX-index.

Ask

Ook wel de vraagprijs of laatprijs genoemd. De prijs waartegen de verkopende partij bereid is te verkopen.

ATH

Afkorting van All Time High. Wordt vooral gebruikt bij cryptomunten om het hoogste punt van de desbetreffende koers aan te duiden.

Atomic Swap

Wat is atomic swap?

Een manier waarop een cryptovaluta direct geruild kan worden voor een andere cryptovaluta zonder gebruik te maken van een tussenpersoon.

Bags

Term die gebruikt wordt bij Cryptohandel. Bags zijn jouw investering in een bepaalde munt.

Voorbeeld: Ik heb veel vertrouwen in STEPN, daarom zal ik mijn ‘bags’ niet verkopen.

Baisse

Ouderwetse beursterm voor een (langere) periode van dalende beurskoersen.

Balans

Financieel overzicht van de bezittingen en schulden van een bedrijf op een bepaald moment.

Basket

De letterlijke vertaling is ‘korf’ of ‘mandje’.

Het is een portefeuille die is samengesteld op basis van vooraf vastgelegde criteria. Het kan bijvoorbeeld gaan om sectoren, geografische spreiding of aandelen met een bepaald risico.

Bear

Engelse term voor een negatief beurssentiment.

In de financiële wereld staat de beer symbool voor angst en pessimisme. Een bear is iemand die een koersdaling verwacht.

Bear Trap

Bear trap is een manipulatietechniek om de prijs van een cryptovaluta te beïnvloeden. Bij de ‘bear trap’ gaat een groep beleggers tegelijkertijd een grote hoeveelheid van dezelfde cryptocurrency verkopen, waardoor de markt het signaal krijgt dat er een prijsdaling aan zit te komen. Als reactie hierop verkopen andere handelaren hun valuta, waardoor de prijs verder daalt. Degenen die de bear trap hebben ingezet, stoppen met verkopen en kopen juist de cryptovaluta weer terug. De prijs herstelt zich vervolgens, waardoor ze winst maken.

Beleggen

Het investeren van geld voor een bepaalde periode om er een financieel voordeel uit te halen.

Dit kan op veel verschillende manieren, zoals het investeren in goederen, grond, waardepapieren of door het kopen van aandelen of obligaties, dit met de verwachting dat er bepaalde terugkerende inkomsten worden gegeneerd of dat de waarde in de toekomst zal toenemen.

Beleggingsfonds

Een beleggingsfonds is een beleggingsinstrument dat een mix van verschillende aandelen bevat met als doel om voor beleggers gelden te beleggen. Je kan het beleggingsfonds zien als een mandje met verschillende aandelen. Door de grote spreiding van aandelen in verschillende bedrijven of sectoren loop je vaak wat minder risico.

Voorbeelden van beursgenoteerde beleggingsfondsen zijn Robeco (aandelen) en Wereldhave (vastgoed).

Beschermingsconstructie

Een beschermings­constructie heeft als doel om beursgenoteerde ondernemingen te beschermen tegen ongewenste overnames door andere bedrijven. Dit kan onder andere door de uitgifte van preferente aandelen of prioriteitsaandelen, het beperken van het stemrecht en de certificering van aandelen. Beschermingsconstructies beperken de vrije verhandelbaarheid van een aandeel en zijn dus niet altijd in het belang van de belegger.

Bestens order

Een bestens order is een opdracht om zo spoedig mogelijk na ontvangst van de order te kopen of te verkopen tegen de op dat moment best mogelijke prijs. Het wordt ook wel een market order genoemd. Een bestens order kan in principe altijd worden uitgevoerd. Het tegenovergestelde van een bestens order is een limietorder.

 

Bèta

De bèta van een aandeel is de mate waarin de koers van dat aandeel beweegt ten opzichte van bijvoor­beeld de AEX-index. Een bèta van bijvoorbeeld 0,75 betekent dat een stijging van de AEX-index met 1% in een bepaalde periode, gepaard gaat met een stijging van 0,75% van de koers van dat aandeel.

Beurs

De beurs is een afkorting voor de effectenbeurs. De beurs is een plek of organisatie waar effecten zoals aandelenoptiesfutures, agrarische termijncontracten of obligaties worden verhandeld. In Neder­land is NYSE Euronext de organisator van de centrale handelsplaats waar vraag en aanbod voor dergelijke effecten of vermogenstitels samenkomen.

De effectenbeurs van Nederland is gevestigd in Amsterdam, aan het Damrak op Beursplein 5. De bekendste beurs ter wereld is gevestigd in New York en heet de New York Stock Exchange, onder andere bekend van de Dow Jones Index.

Beursplein 5

De effectenbeurs van NYSE Euronext is gevestigd in een monumentaal pand aan het Beursplein in Amsterdam. Dit pand werd betrokken in 1911 en is ontworpen door de architect Jos Cuypers.

Wil je meer lezen over de geschiedenis over Beursplein 5? Lees dan hier verder: www.beursgeschiedenis.nl

 

 

Bewaarloon

De vergoeding die een financiële instelling aan haar klanten berekent voor het in bewaring houden en voor het bijhouden van de administratie van de beheerde effecten.

Beweeglijkheid

De mate waarin de koers van een effect verandert, ‘beweegt’. Beweeglijkheid wordt ook wel aangeduid met de Engelse term volatility. De mate van beweeg­lijkheid kan iets zeggen over het risico van een belegging. Beweeglijkheid is ook een van de factoren die een rol spelen bij de bepaling van een optieprijs.

Bieden

Het uitbrengen van een bod of bieding waartegen men effecten wil kopen. Het tegenovergestelde van de beursterm laten.

Biedprijs

De prijs die door de ‘markt’ wordt geboden voor de aankoop een bepaald effect. Wordt ook wel biedkoers genoemd.

Bitcoin

Bitcoin is de bekendste en meest gebruikte digitale munt. Het was de eerste cryptovaluta die gebruik maakt van de blockchain technologie. Wat Bitcoin precies is legt deze video van Klokhuis in drie minuten uit.

Is bitcoin beleggen?

Bitcoin wordt door veel beleggers niet gezien als een beleggen maar als speculatie (gokken). Lees deze vertaalde column van Jemima Kelly van de Financial Times waarin zij uitlegt waarom dat zo is.

Bits

Bits is rekeneenheid die gebruikt wordt bij crypto. Er zitten 1.000.000 bits in één Bitcoin.

Block

Block is een cryptoterm. Een block is één onderdeeltje van een blockchain. Elk block bevat unieke gegevens. Alle blocks samen vormen de blockchain. Je kunt block en blockchain het beste vergelijken met een digitaal boek. De blockchain is het boek zelf, de blocks zijn de pagina’s van het boek. De bekendste munt die gebruik maakt van blockchain is de Bitcoin.

Blue chip

Engelse term voor een topaandeel of hoofdfonds. Het gebruik van de term “blue chip” als aanduiding voor zeer goed bekend staande en financieel betrouwbare ondernemingen dateert uit het begin van de 20ste eeuw. De term stamt uit het pokerspel, blauw was de kleur van de fiches (chips) met de meeste waarde. Blue chip aandelen zijn de aandelen van grote, bekende bedrijven. Deze bedrijven hebben vaak een stevige balans, een hoge marktkapitalisatie en een lange historie.

Bonusaandeel

Een bonusaandeel is een aandeel dat een onderneming gratis aan de aandeelhouders geeft. Als dit aandeel vanuit de agioreserve wordt uitgekeerd spreken we over een agiobonus.

Broker

Het is een persoon of organisatie die uitsluitend voor rekening en risico van derden (bijvoorbeeld particuliere beleggers) in effecten handelt. In het Nederlands ook wel commissionair genoemd. Om het wat tastbaarder te maken een vergelijking een voorbeeld met drie onderdelen. De eerste dat ben jij, de belegger. Het tweede onderdeel is de broker en als laatste is er de beurs. Als een belegger, jij dus, bijvoorbeeld aandelen wilt kopen op de beurs dan heb je daar een tussenpersoon voor nodig. Dat is de broker.

Bull

Engelse term voor een positief beurssentiment.

In de financiële wereld staat de stier symbool voor ongebreideld optimisme. Een bull is iemand die een koersstijging verwacht.

Call/Put ratio

De verhouding tussen het aantal verhandelde callopties en putopties. De call/put ratio kan een aanwijzing geven over de kortetermijnverwachting van optiebeleggers.

Calloptie

Een verhandelbaar recht om op een bepaald moment in de toekomst een afgesproken hoeveelheid onderliggende waarde te kopen tegen een vooraf afgesproken prijs. Dit is alleen interessant voor de belegger wanneer de koers van de onderliggende waarde hoger is dan de uitoefenprijs. Zijn aankoopprijs staat immers vast in de optieovereenkomst.

Cash settlement

De letterlijke betekenis is afhandeling in geld. In de beleggingswereld is een cash settlement een afwikkeling van een derivatenpositie tegen geld, in plaats van tegen levering van de onderliggende waarde. Cash settlement wordt ook wel contante verrekening genoemd en vindt plaats op de derde vrijdag van de maand.

Commissie

Commissie is de beloning of de vergoeding die betaald wordt aan de commissionair, ook wel broker genoemd, bij de aan- of verkoop van effecten. In Nederland treden banken vaak ook op als commissionair. De vergoeding kan variëren afhankelijk van de grootte van de order.

Commissionair

Dit is een persoon of organisatie die uitsluitend voor rekening en risico van derden (bijvoorbeeld particuliere beleggers) in effecten handelt. In het Engels ook wel broker genoemd.

Conjunctuur

De schommelingen van de economische groei op korte termijn noem je de conjunctuur. Periodes van sterkere groei (hoogconjunctuur) en periodes van tragere groei (laagconjunctuur) of zelfs negatieve groei (crisis) wisselen elkaar af.

Contante verrekening

De letterlijke betekenis is afhandeling in geld. In de beleggingswereld is een contante verrekening een afwikkeling van een derivatenpositie tegen geld in plaats van tegen levering van de onderliggende waarde. Contante verrekening wordt ook wel cash settlement genoemd en vindt plaats op de derde vrijdag van de maand.

Converteerbare obligatie

Een converteerbare obligatie is een obligatielening die onder bepaalde voorwaarden kan worden ingewisseld in een ander soort effect, meestal aandelen. Converteerbare obligaties worden ook wel convertible bonds genoemd.

Coupure

De coupure is de grootte (dat wil zeggen nominale waarde) waarin bankbiljetten, aandelen of obligaties worden uitgegeven. Effecten zoals aandelen en obligaties kunnen worden uitgegeven in verschillende coupures met elk een andere nominale waarde. Kleinere coupures kunnen beter verhandelbaar zijn.

Bijvoorbeeld: Een obligatie van 1000 euro en eentje van 10.000 euro.

Crowd

Personen die op een fysieke beursvloer actief zijn als handelaar en handelen in hetzelfde fonds.

Crypto

Cryptovaltua, Cryptomunten, Cryptocurrency of kortweg Crypto’s is de verzamelnaam voor alle digitale munten. Inmiddels bestaan er een paar honderd cryptomunten waarvan op dit moment de Bitcoin (BTC) de bekendste is.

Blockchain als basis voor crypto

Crypto’s staan op een groot netwerk van computers dat constant cryptografische rekensommen uitvoert, ook wel blockchain genoemd  Dit zorgt ervoor dat alle digitale valuta onveranderlijk en veilig zijn opgeborgen in het netwerk. Deze valuta is niet te vervalsen en gaat niet kapot. Kijk wel goed naar de munt voordat je ze aanschaft er zitten rotte appels tussen, ook wel shitcoins genoemd.

Is crypto beleggen of niet?

Cryptomunten wordt door veel beleggers niet gezien als een beleggen maar als speculatie (gokken). Lees deze vertaalde column van Jemima Kelly van de Financial Times waarin zij uitlegt waarom dat zo is.

Cum dividend

Inclusief dividend. Aandelen die cum dividend worden verhandeld, worden verhandeld inclusief het daarop geldend recht van dividend.

Cumulatief preferent aandeel

Een cumulatief preferent aandeel is een aandeel waarop met voorrang dividend wordt uitgekeerd. Wordt na een slecht jaar geen dividend uitgekeerd, dan krijgt men op deze aandelen bij winstherstel als eerste dividend over het jaar waarin dividend is gepasseerd. Het dividendtegoed wordt als het ware opgespaard.

Cyclus

De optie- en termijnhandel kent voor de afloop­maanden diverse cycli waarvan de zogenaamde jajo­ cyclus de bekendste is. De afkorting jajo staat voor de afloopmaanden januari, april, juli, oktober.

Daghandelaar

Een belegger die er naar streeft aan het einde van de handelsdag geen openstaande transacties meer te hebben. Het fenomeen daghandelaar is in opkomst door het toegenomen gemak en de snelheid van effectenhandel via het internet. In het Engels wordt deze persoon ook een daytrader genoemd.

Dagorder

Een dagorder is een aan- of verkooporder van effecten die alleen geldt voor de dag waarop zij is opgegeven. Niet uitgevoerde orders vervallen automatisch bij het sluiten van de handelsdag.

DAX

Dit is de afkorting van Deutscher AktienindeX, de Duitse beursgraadmeter van de 30 belangrijkste aandelen op de beurs van Frankfurt. Vergelijkbaar met de Nederlandse AEX.

DCA-strategie

DCA is een beleggingsstrategie. De afkorting staat voor Dollar-Cost Averaging. DCA kent geen Nederlandse vertaling.

Als je DCA toepast beleg je op regelmatige basis een vast bedrag ongeacht of de markt stijgt of daalt. Bijvoorbeeld je koopt elke maand voor 50 euro aandelen. Door deze strategie te volgen, koop je meer aandelen wanneer de prijzen laag zijn en minder aandelen wanneer de prijzen hoog zijn.

Dekkingseisen

Dekkingsverplichting of margin, dit is het bedrag dat men bij de bank of commissionair in contanten of in waardepapieren aan moet houden als zekerheid voor de verplichting die men aangaat bij het ongedekt schrijven van een optie.

Bijvoorbeeld: vergelijk het met het aanbetalen van een deel van de reissom bij het boeken van een vakantie.

Delta

Delta geeft aan hoeveel aandelen er nodig zijn om het prijsrisico van een optie te dekken. Als een calloptie een delta heeft van 5, dan zal de stijging van waarde van de optie gelijk zijn aan de stijging van 5 aandelen van de onderliggende waarde.

Bijvoorbeeld: Een delta van 1 duidt erop dat de optie de koerswijzigingen van de onderliggende waarde kopieert. Dat wil zeggen dat een stijging of daling van € 1 van de onderliggende waarde betekent dat de prijs van de optie ook € 1 stijgt of daalt.

Als de delta van een calloptie 0,75 is, heeft een koersstijging van € 1 van de onderliggende waarde dus een stijging van € 0,75 van de optieprijs tot gevolg. Als daarentegen de delta van een putoptie -0,25 is, dan daalt de optieprijs € 0,25 voor iedere euro die de koers van de onderliggende waarde stijgt.

Deposito

Geld dat door een belegger tegen een vooraf afgesproken periode en tegen een vaste rentevergoeding is ondergebracht bij een bank.

Depreciatie

Een depreciatie is de waardedaling van de ene munt ten opzichte van een andere.

Bijvoorbeeld: de waardedaling van de euro ten opzichte van de dollar zorgt ervoor dat je minder goederen en diensten kunt kopen voor dezelfde euro, de euro is in dit geval gedeprecieerd.

Derivaat

Derivaat betekent afgeleide. Een derivaat geeft de koper het recht om iets voor een bepaalde koers te kopen of te verkopen. Datgene wat gekocht of verkocht mag worden is de onderliggende waarde.

Derivaten hebben vaak een slecht imago omdat hiermee in het (recente) verleden een aantal schandalen zijn geweest.

Devaluatie

Devaluatie is het proces waarbij een monetaire autoriteit beslist om de munt van een land officieel te verlagen ten opzichte van andere munteenheden. Voor het eurogebied is dit de Europese Centrale Bank (ECB). Meer info over de ECB is te vinden op hun website.

Disagio

Een verschil in negatieve zin ten opzichte van de nominale waarde van een aandeel of een obligatie.

Bijvoorbeeld: Als een aandeel of obligatie is uitgeven tegen een koers van € 50 en de actuele koers bedraagt € 45 dan is de disagio dus € 5.

Het tegenovergestelde is een agio.

Dividend

Deel van de winst dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, deze uitkering kan zowel contant als in de vorm van aandelen plaats hebben. Dividend is een beloning voor de aandeelhouder omdat hij geïnvesteerd heeft in een bedrijf.

Dividendrendement

Een bedrijf kan besluiten om dividend uit te keren aan de aandeelhouders. Het dividendrendement wordt berekend door het dividend te delen door de huidige aandelenkoers en de uitkomst met 100 te vermenigvuldigen. Als een fonds bijvoorbeeld een dividend van 0,25 euro uitkeert en de koers is 4 euro, dan is het dividendrendement 6,25%.

Berekening: € 0,25 / € 4,00 x 100 = 6,25%

Doorlopende notering

Het gedurende de hele handelsdag op ieder gewenst moment verhandelbaar zijn van beursgenoteerde effecten.

Doorlopende order

Een doorlopende order wordt ook wel een ‘order geldig tot annulatie’ genoemd. De order blijft geldig totdat deze wordt uitgevoerd, totdat de klant de order annuleert of totdat de serie waarop de order betrekking heeft niet meer kan worden verhandeld.

Doorrollen

Doorrollen heeft betrekking op opties. Een order waarbij een bestaande positie wordt gesloten maar direct met een nieuwe order wordt geopend naar een tijdstip in de toekomst, wordt zogenoemd ‘doorgerold’.

Dow Jones Index

De Dow Jones Index is de oudste aandelenindex ter wereld en is gevestigd in de Verenigde Staten (New York). De officiële naam van deze index is de Dow Jones Industrial Average Index, maar wordt vaak afgekort tot Dow Jones of de DJAI.

Deze index werd opgericht in 1896 door de heren Charles Dow en Edward Jones. In die tijd bestond de index uit 12 industriële bedrijven. Inmiddels omvat deze index 30 bedrijven uit alle sectoren van McDonalds tot Pfizer en van Boeing tot Coca-Cola.

Due diligence

Voordat een onderneming een notering op de beurs kan krijgen, onderzoekt het begeleidende emissiehuis in hoeverre de inhoud van het prospectus een getrouw beeld geeft van de onderneming. Kan het bedrijf waarmaken wat ze beloven? Dit onderzoek wordt due diligence genoemd.

Dunne markt

Beursterm voor een markt waarin weinig gehandeld wordt. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met komende feestdagen (bijvoorbeeld de periode tussen Kerst en de jaarwisseling) of als de markt in afwachting is van belangrijk economisch nieuws of cijfers.

Duration

Duration is de (gewogen) gemiddelde looptijd van een obligatie. Duration is ook de maatstaf voor rentegevoeligheid van obligaties. Globaal kan gesteld worden dat als de rente met 1% stijgt, de waarde van de obligatie met 1% maal de looptijd zal dalen. Bij een rentedaling geldt het omgekeerde.

Dutch Securities Institute (DSI)

DSI staat voor Dutch Securities Institute. Deze stichting heeft tot doel het vertrouwen van beleggers in de Nederlandse beleggingsbranche te vergroten. Meer info over DSI is te vinden op hun website.

Effectenbeurs

De effectenbeurs is een plek of organisatie waar effecten zoals aandelenoptiesfutures, agrarische termijncontracten of obligaties worden verhandeld. In Neder­land is Amsterdam Exchanges de organisator van de centrale handelsplaats waar vraag en aanbod voor dergelijke effecten of vermogenstitels samenkomen.

De effectenbeurs van Nederland is gevestigd in Amsterdam, aan het Damrak op Beursplein 5. De bekendste beurs ter wereld is gevestigd in New York en heet de New York Stock Exchange, onder andere bekend van de Dow Jones Index.

Emerging market

Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen en economische instabiliteit.

Emissiehuis

Een financiële instelling die een uitgifte van aandelen of obligaties begeleid. Een emissiehuis benadert beleggers om hen toelichting te geven over de komende emissie. Meerdere financiële instellingen kunnen bij een emissie samenwerken en vormen dan een syndicaat.

Euribor

Euribor is de afkorting van Euro Interbank Offered Rate. Euribor is de rente waartegen een groot aantal Europese banken bereid is leningen in euro’s aan elkaar te verstrekken.

Euronext

Euronext is een beursmaatschappij die is ontstaan in 2000 na een fusie van de beurzen van Parijs (ParisBourse), Brussel (Brussels Exchanges) en Amsterdam (Amsterdam Exchanges).

Europese stijl

Op de beurs wordt onderscheid gemaakt tussen Amerikaanse stijl– en Europese stijl-opties.

Het verschil tussen beide optiestijlen is het moment van uitoefenen. Het koop- of verkooprecht van een optie Amerikaanse stijl kan gedurende de gehele looptijd worden uitgeoefend door de houder van de optie, een Europese stijl-optie daarentegen kan uitsluitend aan het einde van de looptijd worden uitgeoefend.

 

Ex-dividend

Het aandeel geeft geen recht meer op het dividend over de voorafgaande periode. Voor het uitkeren van dividend wordt een datum geprikt. Na die datum kun je dit aandeel nog steeds kopen, maar zonder het dividend dat wordt uitgekeerd aan aandeelhouders.

Exercisen

Exercisen is een term die bekend is uit de optiehandel. Het staat voor het uitoefenen van een optierecht. Als je een calloptie uitoefent, dan betekent dit dat je de onderliggende aandelen koopt op de beurs tegen de uitoefenprijs. Bij een putoptie moet de optiebezitter de onderliggende waarde leveren aan de tegenpartij.

Bijvoorbeeld: stel, je hebt een calloptie met een uitoefenprijs van € 15. De optie verloopt op de derde vrijdag van deze maand. De koers van het aandeel bedraagt € 20. Op die bewuste vrijdagmiddag (de expiratiedatum) besluit je de optie te sluiten. De intrinsieke waarde van de optie bedraagt € 5. Als je de optie verkoopt dan ontvangt je 100 x € 5 = € 500.

Je kan ook besluiten om de optie uit te oefenen. In dat geval ontvang je 100 aandelen voor € 15 per stuk. Je betaalt hier 100 x € 15 = € 1500. Als je de aandelen op de beurs had gekocht, dan zou dit € 2000 gekost hebben. Een voordeel van € 500. Het uitoefenen van opties word dan ook vooral gedaan vlak voor de uitkering van dividend. De houder van aandelen ontvangt namelijk wel dividend, maar de houder van een optie niet.

Expiratie

Expiratie is het aflopen van een optiecontract. Een optie heeft altijd een beperkte looptijd. Na het bereiken van de einddatum (expiratiedatum) bestaat de optie niet meer.

Expiratiedatum

De datum waarop een optie ophoudt te bestaan. Meestal is dit de zaterdag na de derde vrijdag van de desbetreffende handelsmaand. Tot op dat moment kunnen de aan de optie verbonden rechten worden uitgeoefend.

Fast market

Een markt waarin de bewegingen van de koersen zo groot zijn en veranderingen elkaar in een dusdanig hoog tempo opvolgen, dat een goede informatieverspreiding over koersen, uitgevoerde transacties, prijzen en dergelijke, niet of niet goed mogelijk is.

Fill-or-Kill (FOK)

Een order die direct na opgave in zijn geheel dient te worden uitgevoerd (‘fill’). Is dit niet mogelijk dan vervalt de order (‘kill’).

Bijvoorbeeld: Stel je wilt 200 aandelen van het bedrijf X kopen. De koers is op dat moment € 50 en je wilt precies deze prijs voor dit aandeel betalen. Je kunt dan een FOK order inleggen voor 200 aandelen tegen een prijs van € 50. Zijn er 200 aandelen beschikbaar tegen deze prijs, dan kan de order worden uitgevoerd (filled). Zijn er niet direct 200 aandelen beschikbaar tegen de prijs van € 50, dan wordt de order geannuleerd (killed).

First In First Out

Letterlijk eerst in, eerst uit. Ook wel afgekort als FIFO. Orders worden in volgorde van binnenkomst opgenomen in het orderboek van de beurs. Eventuele uitvoering gebeurt ook in deze volgorde.

Fixing

Het vaststellen van een officiële koers op een bepaald, vast moment van de dag.

Bijvoorbeeld: de goudprijs wordt tweemaal daags ‘gefixed’ op de goudmarkt in Londen, om 10.30 GMT en 15.00 GMT. Klantenorders worden gewoonlijk tegen deze ‘fixing price’ uitgevoerd.

Front running

Front running is het kopen of verkopen van effecten met voorkennis van een grote toekomstige transactie. Dit is verboden en strafbaar!

FTSE

De FTSE – spreek uit als “foetsie” – is genoemd naar de Financial Times (FT) en de London Stock Exchange (LSE), de gezamenlijke eigenaren van deze indices. De FTSE Index-familie herbergt vele indices waaronder de FTSE 100. Dit is de Financial Times Index waarin 100 in London genoteerde aandelen zijn opgenomen. Deze index wordt gezien als de beursbarometer voor de Engelse beurs.

FUD

Term die gebruikt wordt bij Cryptohandel. Afkorting die staat voor Fear, Uncertainty and Doubt. Als iemand FUD verspreidt kan dit invloed hebben op de koers van een munt. Bijvoorbeeld door opzettelijk valse informatie te verstrekken, maar ook het heel negatief praten over een bepaalde munt wordt als FUD gezien.

 

 

Fundamentele analyse

Een methode waarbij wordt geprobeerd door analyse van bedrijfsgegevens – zoals jaarcijfers – een voorspelling te doen over de koersontwikkeling in de toekomst.

Future

Engelse naam voor een termijncontract. Contract waarin de prijs wordt vastgelegd waartegen men op een vastgesteld toekomstig tijdstip een zekere hoeveelheid goederen, effecten of valuta kan kopen of verkopen.

Bijvoorbeeld: ik koop het recht om volgend jaar voor € 160 per ton, graan te kopen van een graanproducent.

Bekijk deze uitlegvideo van RTLZ

Gedekt schrijven

Gedekt schrijven is het schrijven (verkopen) van callopties terwijl men de onderliggende waarde in bezit heeft en houdt. Hierdoor is het risico voor de schrijver (verkoper) beperkt.

Bijvoorbeeld: Je schrijft een calloptie op Arcadis tegen een vooraf afgesproken prijs van € 10. Dit betekent dat je de verplichting hebt de aandelen Arcadis te leveren tegen € 10. Het aandeel staat inmiddels op € 20. Heb je de aandelen niet en de koper van de optie wil dat je ze levert, dan zul je deze moeten kopen op de beurs tegen de hogere prijs van € 20. Dan pas kun je ze leveren. Heb je ze wel in je bezit (gedekt schrijven) dan beperk je het risico.

Gedrukt

Beursterm voor sterk lagere koersen. Een markt waarin het aanbod groter is dan de vraag, hetgeen leidt tot dalende koersen.

Geldmarkt

Markt waarop financiële instellingen geld uitzetten of lenen met een looptijd van minder dan een jaar.

Glad

Een belegger zit “glad” als hij alle openstaande posities heeft afgebouwd en dus geen effecten meer in bezit heeft.

Global Note

Een waardepapier waarop het gehele genoteerde aandelenkapitaal van een onderneming staat vermeld. Dit in tegenstelling tot de soms vele miljoenen losse stukken van het klassieke aandeel.

Goudoptie

Een optie op het edelmetaal goud. Amsterdam Exchanges noteert goudopties met een onderliggende waarde van 10 troy ounce goud per contract. Een troy ounce is 31,1035 gram.

Green shoe

Een beursgenoteerde onderneming kan aan het begeleidende syndicaat een optie verstrekken om een aantal extra aandelen uit te geven tegen de uitgifteprijs. Hierdoor kan bij grote belangstelling voor het betreffende aandeel voorkomen worden dat de koers te snel stijgt.

Grijze handel

Grijze handel is de niet gereguleerde handel buiten de beurs in aangekondigde maar nog niet uitgegeven effecten. Gaat de aangekondigde uitgifte niet door dan worden deze transacties als niet gedaan beschouwd.

Groeifonds

Een beursgenoteerde onderneming waarvan een belangrijke groei en uitbreiding wordt verwacht. Voorbeelden van groeifondsen zijn ondernemingen in de internet- en biotechnologiesector.

Haircut

Dit is een beursterm waarbij handelaren voldoende tegoed moeten aanhouden als dekking voor de risico’s die zij lopen.

Handelseenheid

De gestandaardiseerde hoeveelheid onderliggende waarde bij een optie- of een futurecontract.

Bijvoorbeeld: de handelseenheid van aandelenopties is veelal 100 aandelen, bij goudopties 10 troy ounce goud en bij aardappeltermijncontracten 25.000 kilogram aardappelen.

Hefboomwerking

Hefboomwerking is het verschijnsel dat de winst of het verlies van een afgeleid product – zoals een optie of future – in procenten groter is dan de procentuele beweging in de onderliggende waarde.

Bijvoorbeeld: een optie met een hefboom van 5 zal 5% in waarde veranderen als de onderliggende waarde met 1% beweegt.

Herkapitalisatie

Herkapitalisatie is de wijziging van de kapitaalstructuur van een onderneming, bijvoorbeeld door uitgifte van aandelen.

Herplaatsing

Het gaan verhandelen van bestaande, maar nog niet op een beurs verhandelbare aandelen. Als bestaande aandeelhouders, bijvoorbeeld de oprichters, hun aandelen op de effecten­beurs aanbieden, spreekt men van herplaatsing.

Herweging

Indices zoals de AEX en de FTSE worden jaarlijks opnieuw gewogen om aan te geven in hoeverre een bepaald fonds in een portefeuille aanwezig is. Door herweging kunnen fondsen uit de index worden gehaald en kunnen nieuwe fondsen worden toegevoegd.

Bijvoorbeeld: “De zwaargewicht Shell is in de AEX-index met 25 grootste fondsen naar marktwaarde afgewisseld door ASML als het fonds met het grootste gewicht. De chipmachinemaker is in zijn eentje goed voor rond 16,8% van de hele index, per 31 december vorig jaar. Volgens de actuele stand is ASML alweer goed voor bijna 19% index-weging.” – Bron: Telegraaf – 13-02-2021

Hodl

Term die gebruikt wordt bij Cryptohandel. Het lijkt een afkorting maar is begonnen als tikfout. Hodl in plaats van Hold. Hodl betekent dat je jouw investering niet wilt verhandelen, maar gekocht hebt voor de langere termijn.

 

Hoekman

Vroegere benaming voor een functie op de Amsterdamse effectenbeurs. Instelling of persoon die voor eigen rekening en risico handelt in aandelen en obligaties. Een hoekman handelt uitsluitend met andere toegelaten instellingen en stelt tevens de officiële koers vast. Tegenwoordig wordt de hoekman ook wel specialist genoemd. Sinds de invoering van de schermhandel is deze functie vervallen.

Holdingmaatschappij

Vennootschap die geen andere activiteit heeft dan het beheren van aandelen van een andere firma. Holdingmaatschappijen zijn meestal ondernemingen die zijn overgenomen en waarbij de overnamesom is voldaan in de vorm van aandelen.

Illiquide markt

Markt waarin niet gemakkelijk gehandeld kan worden. In een illiquide markt is veelal geen balans tussen vraag en aanbod, of er is helemaal geen sprake van vraag en/of aanbod.

Implied volatility

Implied volatility is de verwachte beweeglijkheid van een onderliggende waarde. Dit is een maatstaf die de sterkte aangeeft van de schommelingen die in de markt worden verwacht. Implied volatility is een van de belangrijkste factoren bij de totstandkoming van optieprijzen. Hoe hoger de implied volatility, hoe hoger de optieprijzen.

Bijvoorbeeld: aandeel X en aandeel Z zijn allebei € 25 waard. Aandeel X is de ‘wildste’ van de twee. Die beweegt soms met euro’s per dag en kan aan het begin van de week op € 25 staan, aan het einde op € 30, om de week erna net zo rap terug te zakken naar € 23. Aandeel Z is de ‘rustigste’ van de twee. Die beweegt hooguit een paar tientallen eurocenten op een dag. Eigenlijk is het een saai aandeel.

Van beide aandelen is er een call met uitoefenprijs van € 30 beschikbaar met een looptijd van een jaar. Voor beide calls geldt dat ze geen intrinsieke waarde hebben. Voor welke call zou je meer willen betalen? Die van het ‘wildste’ aandeel of die van het saaie aandeel? Natuurlijk voor die ‘wildste’, want het aandeel X staat volgende maand misschien wel op € 45. Hoe hoger de volatility, hoe duurder de optie. Daarom is de call met uitoefenprijs van € 30 van het ‘wildste’ aandeel dus veel duurder dan de call van het saaie aandeel.

Indexfonds

Een indexfonds is een fonds dat zo nauwkeurig mogelijk een bepaalde index volgt met als doel om hetzelfde rendement als deze index te behalen. De beheerder van het fonds bestudeert de samenstelling van de index en veranderingen daarin nauwkeurig om de portefeuille van zijn fonds een zo goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van de index.

Indexoptie

Een indexoptie is een optiecontract met als onderliggende waarde een index. Een indexoptie geeft het recht, maar niet de verplichting, om de waarde van een onderliggende index te kopen of te verkopen. Indexopties worden contant verrekend.

Initial margin

Engelse beursterm voor een waarborgsom. Bij het openen van de future-positie moet door zowel de koper als de verkoper een waarborgsom worden gestort. Daarnaast bestaat er een variation margin die dagelijks wordt verrekend.

Institutionele beleggers

Verzamelnaam voor grote, niet-particuliere beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.

Interim-dividend

Tussentijdse dividenduitkering aan aandeelhouders. Als het boekjaar beëindigd is en het totale dividend bepaald is, wordt het verschil tussen het interim-dividend en het totale dividend uitgekeerd als slotdividend.

Intrinsieke waarde

Op de beurs zijn er twee soorten intrinsieke waardes: bij aandelen en bij opties.

Intrinsieke waarde bij aandelen:
De theoretische waarde van het aandeel, gebaseerd op de waarde van de bezittingen van een onderneming minus de eventuele schulden.

Bijvoorbeeld: Stel een bedrijf heeft € 900 miljoen aan totale activa en € 700 miljoen in schulden. Dan is hun intrinsieke waarde op dit moment € 900 miljoen – € 700 miljoen = € 200 miljoen. Je kunt deze waarde delen door het totaal aantal uitstaande aandelen. Stel dat het bedrijf 60 miljoen aandelen heeft uitstaan en dus een intrinsieke waarde heeft van € 200 miljoen, dan is dit 200/60 = 3,33 per aandeel. Dit houdt dan in dat het bedrijf een intrinsieke waarde per aandeel heeft van € 3,33.

Intrinsieke waarde bij opties:

  • Bij callopties: de koers van de onderliggende waarde minus de uitoefenprijs. Als aandeel A € 55 noteert, dan heeft een calloptie met uitoefenprijs van € 50 een intrinsieke waarde van € 5.
  • Bij putopties: de uitoefenprijs minus de koers van de onderliggende waarde. Als aandeel X € 60 noteert, dan heeft een putoptie met een uitoefenprijs van € 65 een intrinsieke waarde van € 5.

ISIN-code

ISIN staat voor International Security IdentificatioN code. Deze internationaal erkende code wordt aan elk effect toegekend.

Junk bond

Een junk bond is een obligatie die een hoge rentevergoeding biedt vanwege de hoge kans dat de uitgevende instelling niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Junk bonds worden tegenwoordig ook high yield-obligaties genoemd en zijn geschikt voor beleggers die een hoger risico willen nemen.

Kapitaalmarkt

Markt waarop financiële instellingen geld uitzetten of lenen met een looptijd langer dan een jaar. Kortere looptijden worden tot de geldmarkt gerekend.

Klasse

Alle opties of futures op een bepaalde onderliggende waarde vormen tezamen een klasse.

Bijvoorbeeld: Alle opties op het aandeel KPN vormen tezamen een klasse, alle futures op de AEX-index vormen tezamen ook een klasse.

Koers

Een koers is een waarde van bijvoorbeeld een aandeel of obligatie die op een beurs of markt tot stand komt. Deze kan van dag tot dag of van moment tot moment variëren.

Koers-winstverhouding

De koers-winstverhouding wordt berekend door de prijs van het aandeel te delen door de winst per aandeel. Je krijgt hierdoor een idee van wat je betaalt voor elke euro winst die het bedrijf maakt dat het aandeel uitgeeft.

Bijvoorbeeld: Als de koers van een aandeel € 100 bedraagt en de winst per aandeel bedraagt € 5, dan is de koers-winstverhouding 20.

Koersbeweging

De verandering in opwaartse en neerwaartse richting van de waarde van een effect. Stijgt de koers, dan wordt een effect meer waard. Daalt de koers dan wordt een effect minder waard. Koersbewegingen worden onder andere veroorzaakt door (verwachte) veranderingen in vraag en aanbod op de financiële markten en door (inter)nationale economische ontwikkelingen.

Koersgevoelige informatie

Informatie over een onderneming, haar activiteiten en de daarmee behaalde resultaten die van invloed kunnen zijn op de koersbeweging van het aandeel.

Bijvoorbeeld als een bedrijf een uitvinding heeft gedaan en de verwachting is dat ze daar veel geld mee gaan verdienen. De aandelenkoersen zullen dan ook gaan stijgen. Als jij dit als eerste weet kun je nog voor een lage koers het aandeel kopen. Nadat het nieuws algemeen bekend is en de koersen zijn gestegen, kun jij jouw aandelen weer verkopen en veel winst maken.

De omgang met koersgevoelige informatie is aan wettelijke regels gebonden (Wet toezicht effecten­verkeer 1995). De toezichthouder is de Stichting Toezicht Effectenverkeer, zij controleren naleving van deze regels. Misbruik van koersgevoelige informatie is strafbaar.

Koersrisico

Het risico dat een belegger loopt als de koers van een effect zich negatief ontwikkelt. Met andere woorden het gevaar dat de belegger (een deel van) zijn ingelegde geld kwijt raakt.

Koerswinst

Een koerswinst is de winst gemaakt op de verkoop van een belegging zoals bijvoorbeeld een beleggingsfonds. Het verlies op de verkoop wordt een koersverlies genoemd.

Korte rente

Rente die wordt berekend over leningen met een looptijd korter dan een jaar, dit zijn leningen die worden verstrekt op de geldmarkt.

Laatkoers

De laatkoers is de prijs (ook wel laatprijs genoemd) waarvoor ‘de markt’ een effect wilt verkopen.

Lange rente

Rente die wordt berekend over leningen met een looptijd langer dan een jaar, dit zijn leningen die verstrekt worden op de kapitaalmarkt.

Light-opties

Light-opties zijn opties die betrekking hebben op een onderliggende waarde die 1/10 is van een index. Vanwege de lage investering die nodig is, zijn light-opties vooral interessant voor de belegger met bescheiden financiële middelen. Op de optiebeurs van Euronext Amsterdam wordt o. a. een light-optie verhandeld op de AEX-index.

Limiet

Het begrip limiet wordt in verschillende contexten gebruikt. Het wil de uiterste grens aangeven. Bijvoorbeeld een maximale koopprijs of minimale verkoopprijs.

Limietenboek

Administratief systeem waarin gelimiteerde orders (zie ook limietorder) worden beheerd die buiten de actuele marktprijzen vallen totdat uitvoering mogelijk is, doordat de marktprijzen veranderen. Zie ook orderboek.

Limietorder

Een limietorder is een order waarbij de maximum koopprijs of minimum verkoopprijs door de opdrachtgever vastgesteld werd.

Liquide markt

Een markt waarin veel vraag en aanbod samenkomen. In een liquide markt kunnen aan- en verkooporders makkelijk worden uitgevoerd. Tegenovergestelde van illiquide markt.

Liquideren

Een belegger die moet liquideren kan niet aan zijn betalingsverplichting voldoen. Liquideren is een beursterm voor het (gedwongen) afbouwen van een positie. Dit kan worden afgedwongen door een bank of commissionair als een belegger bijvoorbeeld niet aan zijn margin-verplichtingen kan voldoen.

Liquiditeit

De liquiditeit van een fonds wordt bepaald door de mate van vraag en aanbod. Hoe meer vraag en aanbod in een fonds samenkomt, hoe meer liquide dat fonds is. De liquiditeit geeft weer hoe makkelijk het is om een aandeel of ander effect te kopen of verkopen zonder een grote invloed te hebben op de koersvorming.

Lock-up regeling

Regeling die bepaalt dat bestaande aandeelhouders van nieuw beursgenoteerde ondernemingen hun aandelen gedurende een bepaalde periode niet mogen verkopen.

London Interbank Offered Rate (LIBOR)

LIBOR (London Interbank Offered Rate) is de rente die de grootste en meest kredietwaardige internationale banken elkaar in Londen in rekening brengen als ze aan elkaar lenen.

London Stock Exchange (LSE)

Gestart in 1973 door de combinatie van zes regionale beurzen van Groot-Brittannië en Ierland. De London Stock Exchange (LSE) is één van de grootste beurzen ter wereld. Bekendste index op de LSE is de FTSE 100.

Looptijd

Opties en futures hebben een beperkte levensduur, dit heet de looptijd. (Duration) De meeste optieklassen kennen een maximale looptijd van negen maanden, een aantal maximaal vijf jaar. Financiële futures hebben een maximale looptijd van twaalf maanden.

Majoreren

Bij een openbare inschrijving op een uit te geven aandeel kan een belegger inschrijven voor meer aandelen dan eigenlijk gewenst, terwijl de belegger daar niet voldoende financiële middelen voor heeft. Bij een eventuele overtekening krijgt de belegger dan wellicht toch het gewenste aantal aandelen toegewezen. Mocht de belangstelling voor de emissie tegenvallen dan kan de inschrijvende belegger verplicht worden om het volledige aantal aandelen af te nemen waarvoor men heeft ingeschreven. Dit kan een aanzienlijk financieel risico opleveren! Majoreren wordt door Amsterdam Exchanges niet toegestaan.

Mandje

Pakket van verschillende aandelen die gezamenlijk worden verhandeld. Een mandje kan bijvoorbeeld het pakket aandelen zijn waaruit een index is samengesteld.

Mantel

De mantel is het werkelijke of fysieke schuldbewijs, hierop staat aangegeven hoeveel de klant aan het einde van de looptijd, of bij eerdere afbetaling, zal moeten betalen aan de bezitter van de obligatie. Op de mantel staat aangegeven hoeveel procent rente er bij het bedrag zal komen.

Margin

Beleggers die opties schrijven zijn bekend met de term ‘margin’. Voor een aantal beleggers is margin echter een wat vaag begrip. Margin is een vorm van onderpand dat nodig is als opties geschreven worden. Het geldt voor zowel call- als putopties. Ook bij het aangaan van een futuretransactie heb je te maken met margin.

Market maker

De term market maker is de term die staat voor een beursprofessional wiens taak het is om een “markt te maken”. Dit betekent dat er hij continu bied- en laatprijzen af moet geven.

Market order

Marktorder is een andere term voor bestens order. Een bestens order is een order die uitgevoerd zal gaan worden tegen de op dat moment beste prijs. In heftige marktomstandigheden kunnen de prijzen waarop de orders zijn uitgevoerd sterk afwijken van de laatste prijs.

Market timing

Market timing is een beleggingsstrategie waarbij beleggers switchen tussen verschillende effecten of in en uit de markt stappen in de hoop te profiteren van verschillende economische of technische veranderingen waarvan zij verwachten dat die invloed zullen hebben op de markt.

Marketcap

Term die wordt gebruikt bij Cryptohandel. Marketcap is de totale waarde van een munt. Je berekent de marketcap van een specifieke munt door de prijs van een munt te vermenigvuldigen met het aantal munten in omloop:  Marketcap = “prijs van een munt” x “het aantal munten in omloop”.  (Net zoals je bij bedrijven de omzet uitrekent. Omzet = p x q )

 

Markingprice

De prijs die aan het slot van de beursdag als basis dient voor de berekening van de marginverplichtingen.

Marktkapitalisatie

Het aantal in omloop zijnde aandelen van een beursgenoteerde onderneming vermenigvuldigd met de actuele koers. Marktkapitalisatie is hetzelfde als beurswaarde.

Maturity

Maturity (ook wel afloopdatum genoemd) is de datum waarop de hoofdsom van een belegging, zoals een obligatie, zal worden terugbetaald.

Bijvoorbeeld: de maturity van een vijfjaarsobligatie die is uitgegeven op 1 november 2015 is 1 november 2020.

Mercurius

De Romeinse god van de handel en de beteugeling van zwendel staat symbool voor de handel in het algemeen en de beurshandel in het bijzonder. Een afgietsel van het Mercuriusbeeld van de kunstenaar Giovanni de la Bologna overziet vanaf een sokkel op de publieksgalerij de handelaren op de beursvloer van Amsterdam Exchanges.

Midkap

Midkap is de term die wordt gebruikt om bedrijven met een gemiddelde marktkapitalisatie te classificeren. Deze bedrijven vormen het middensegment van de effectenbeurs van Amsterdam Exchanges. Over het algemeen wordt een bedrijf als midkap geclassificeerd wanneer het een marktkapitalisatie heeft van tussen € 2 miljard en € 10 miljard.

Moonen

Term die wordt gebruikt bij Cryptohandel. Moonen betekent dat een cryptomunt in korte tijd snel meer waard wordt. “Hij gaat naar de maan.”

N. V.

Naamloos Vennootschap

bedrijfsvorm

beursgenoteerd

NASDAQ

NASDAQ (National Association of Securities Dealers Automated Quotations) is een Amerikaanse beurs en het is ook een bekende index. De Nasdaq bestaat sinds 1971 en was destijds de eerste en enige elektronische beurs ter wereld. Nasdaq heeft haar groei mede te danken aan soepelere toetredingseisen waardoor ICT-bedrijven als Microsoft, Apple en Intel hun beursgang konden maken. De Nasdaq bestaat vooral uit ICT-bedrijven, biotechnologie en andere relatief jonge bedrijfstakken.

Necigef

Afkorting voor het Nederlands Centraal Instituut Giraal Effectenverkeer. Bij het Necigef vindt de administratie en bewaring van aandelen en obligaties plaats.

Neerwaarts risico

Het risico op het lopen van verlies bij opties wanneer de markt zich in een tegengestelde richting beweegt, een richting die niet werd verwacht.

Nikkei-index

De Nikkei heet officieel de Nikkei 225 en is een index op de Japanse beurs. De Nikkei omvat de grootste en meest verhandelde 225 bedrijven van Japan en is daarmee een belangrijke index. Ter vergelijking: de Amsterdamse AEX omvat slechts 25 van Nederlands grootste bedrijven. Enkele bedrijven in de Nikkei zijn bijvoorbeeld Toyota, Mitsubishi, Canon, Nintendo, Honda en Sony.

Nominale waarde

De waarde die staat vermeld op een waardepapier zoals een aandeel of obligatie. Over het algemeen zal de actuele beurswaarde van een aandeel aanzienlijk hoger liggen dan de nominale waarde.

Bijvoorbeeld: ook geld kent een nominale waarde. Een briefje van € 10 heeft een nominale waarde van 10, van een munt van € 2 is de nominale waarde 2, etc. De nominale waarde staat vast, maar wat je er voor kunt kopen in bijvoorbeeld Amerika is afhankelijk van de wisselkoers.

Obligatie

Een obligatie is een schuldbewijs van een uitgevende instantie aan de geldverstrekker. Je kunt het ook zien als een lening. Vaak wordt een obligatie uitgegeven door een overheid of onderneming. Het doel is om financiële middelen aan te trekken. Obligaties keren vaak jaarlijks een vast bedrag uit aan rente, ook wel coupon genoemd.

Obligatielening

Een obligatie is een schuldbewijs van een uitgevende instantie aan de geldverstrekker. Je kan het ook zien als een lening. Daarom wordt een obligatie ook wel een obligatielening genoemd.

Onderliggende waarde

De onderliggende waarde is het product waarop een optie of een future betrekking heeft, bijvoorbeeld aandelen, valuta, (edel)metaal of een andere grondstof zoals aardappelen of graan.

Bijvoorbeeld: een aardappelboer kan al besluiten zijn oogst te verkopen voor een bepaalde prijs, nog ver voor er daadwerkelijk geoogst wordt. Hij zal hier een lagere prijs voor krijgen dan wanneer hij een goede oogst heeft en deze voor de hoogste prijs kan verkopen. Maar als de oogst mislukt, krijgt hij in ieder geval meer dan de opbrengst zou zijn van de mislukte oogst. Men gebruikt opties of futures dus om risico’s te verkleinen of juist te speculeren.

 

Open outcry

Wijze van handelen waarbij orders en prijzen op de beursvloer luid en duidelijk en voor alle betrokken partijen hoorbaar worden aangekondigd. Alleen op de optiebeurs van Amsterdam Exchanges wordt via open outcry gehandeld. De handel op de effecten­beurs van Amsterdam Exchange gaat via beeld­schermen.

Openingskoop

Transactie waarbij een optie wordt gekocht. Een daaropvolgende verkoop van dezelfde optie wordt een sluitingsverkoop genoemd.

Optie

Als je gaat beleggen in opties, dan koop je het recht om in de toekomst een onderliggende waarde af te nemen of te leveren. Bij het beleggen gaat het om een onderliggende waarde zoals valuta, grondstoffen of aandelen.

Bijvoorbeeld: Dit is te vergelijken met het kopen van een huis. Je kunt dan ook een optie op het huis nemen. Je spreekt dan af om het huis op een bepaalde datum tegen een van tevoren bepaald bedrag te kopen.

Optieovereenkomst

Voordat een belegger in opties kan gaan handelen moet er een optieovereenkomst worden gesloten met een bank of commissionair. In deze overeenkomst worden de rechten en plichten van de belegger en de bank of commissionair vastgelegd.

Order

Opdracht van een cliënt aan zijn bank of commissionair om een bepaalde actie met betrekking tot zijn effectenbezit te ondernemen. Bijvoorbeeld een opdracht tot koop of verkoop, voor een inschrijving op een emissie, etc.

Orderboek

Algemene benaming voor een administratief systeem waarbij gelimiteerde orders die (nog) niet kunnen worden uitgevoerd centraal worden beheerd en indien mogelijk alsnog worden uitgevoerd.

Over the counter (OTC)

Engelse beursterm voor effectentransacties die tussen marktpartijen onderling worden gedaan en die niet op een centrale marktplaats – de beurs – worden aangeboden en verhandeld.

Overnamebod

Openbare bieding tot overneming van (een deel van) het aandelenkapitaal van een onderneming. Een overnamebod kan vriendelijk of vijandig zijn oftewel met of zonder instemming van de directie van de over te nemen onderneming.

Pari

‘A pari’ betekent letterlijk: van dezelfde waarde. De koers van een aandeel of obligatie is gelijk aan de  nominale waarde. Wanneer de koers lager is, spreken we over beneden pari, bij een hogere over boven pari.

Participaties

Participatie betekent actieve deelname. Het is afgeleid van de Latijnse woorden pars (deel) en cipere (nemen). Het bezitten van aandelen van een onderneming worden ook wel participaties genoemd.

Penny stocks

Een penny stock is een aandeel dat maar enkele centen waard is. Vaak gaat het om aandelen van kleine, risicovolle bedrijven.

Portefeuille

Het totaal van beleggingen van een persoon (belegger) of instelling. In een portefeuilleoverzicht zie je hoe de effecten renderen. Het totaal beheerde vermogen wordt getoond, de waarde van de portefeuille, wat de kaspositie is en hoeveel vrije bestedingsruimte er nog is. Ook het behaalde rendement is zichtbaar tot op de euro nauwkeurig.

Positielimiet

Het maximale aantal opties of futures dat een belegger op een bepaald moment in zijn bezit mag hebben. De positielimieten voor particuliere en institutionele beleggers zijn verschillend. Een belegger mag geen openingstransacties meer doen als hij daarmee boven de positielimiet komt.

Preferente aandelen

Aandelen waarop een vast percentage dividend wordt uitgekeerd voordat houders van gewone aandelen dividend ontvangen. Er bestaan ook cumulatief preferente aandelen. Preferente aandelen zijn vormen van eigen vermogen die een vooraf vastgesteld dividend uitkeren, terwijl het dividend op gewone aandelen varieert en soms zelfs nihil is. Preferente aandelen kennen vaak geen stemrecht.

Premieobligatie

Obligatie waaraan bij uitloting, kans op een prijs in geld is verbonden. Meestal is de rentevergoeding relatief laag.

Prospectus

Een onderneming die een beursnotering overweegt is verplicht om een prospectus uit te geven. In het prospectus worden gegevens over de onderneming en de introductie vermeld. Potentiële beleggers kunnen zich op die manier een beeld vormen van de onderneming en de komende emissie.

Pump and Dump

Term die gebruikt wordt bij de Cryptohandel. Bij pump en dump wordt de koers van een munt gemanipuleerd met als doel er winst mee te behalen. Dit gebeurt vooral bij startende munten. De munt wordt gepromoot door influencers, de koers schiet omhoog (pump). De betrokkenen pakken hun winst en de koers keldert (dump).

Het TV-programma Radar maakte een item over pump and dump.

 

Putoptie

Een verhandelbaar recht om op een bepaald moment in de toekomst een afgesproken hoeveelheid onderliggende waarde te verkopen tegen een vooraf afgesproken prijs. Dit is interessant voor de belegger wanneer de koers van de onderliggende waarde lager is dan de uitoefenprijs. Zijn verkoopprijs staat immers vast in het optiecontract.

Rapportagelimiet

De rapportagelimiet is lager dan dan de positielimiet en is bedoeld als waarschuwing dat de positielimiet snel bereikt kan worden. De rapportagelimiet kan worden beschouwd als een oranje stoplicht.

Recepissen

Voorlopige effecten die kunnen worden uitgegeven als bij een emissie de (fysieke) stukken nog niet gereed of beschikbaar zijn. Tegen inwisseling van de recepissen ontvangt men dan te zijner tijd de eigenlijke stukken. Uitgifte van recepissen komt tegenwoordig bijna niet meer voor.

Registeraandelen

Aandelen die in een centraal register zijn ingeschreven. Registeraandelen zijn altijd aandelen op naam.

Rendement

Rendement is de gemaakte winst (of verlies) op beleggingen over een bepaalde periode. Dit kan zowel in absolute bedragen als procentueel worden weergegeven.

Bijvoorbeeld: wanneer een belegger € 100 rente ontvangt over een tegoed van € 1000, dan bedraagt het rendement op zijn belegging 10%.

Rente

Rente of spaarrente is een vergoeding die wordt uitgekeerd over geld dat je uitleent, aan bijvoorbeeld een bank. Ook kan het zijn dat je zelf rente moet betalen over geld dat je leent. In deze situatie is het dus omgedraaid en betaal jij een vergoeding.

Retail

Orders beneden een bepaalde volumegrens (hoeveelheid). Orders boven die volumegrens worden aangeduid met de term wholesale. De volumegrens kan per fonds verschillen.

Reversal

Een omgekeerde conversie. Optiestrategie waarbij een relatief geringe winst is gekoppeld aan het afwezig zijn van enig risico.

Risicopremie

Het geëiste rendement op een belegging of investering. De risicopremie geeft dus weer welke vergoeding wordt gevraagd voor het lopen van risico op een belegging. Wordt veel gebruikt bij de analyse van obligaties.

S.W.I.F.T.

In Brussel gevestigde overkoepelende organisatie die protocollen opstelt voor het internationale financiële (data)verkeer.

S&P 500 index

De S&P 500 is een index die bestaat uit 500 grote en meestal kredietwaardige ondernemingen uit de VS. Standard & Poor’s (S&P) ontwikkelde en berekende in 1926 deze index waarin de aandelen van 500 Amerikaanse ondernemingen zijn opgenomen. Tezamen met de Dow Jones Industrial Averageindex behoort de S&P 500 index tot de meest bekeken beursbarometers ter wereld. Zo behoren futures op de S&P 500 tot de meest verhandelde ter wereld.

Scheef zitten

Een belegger zit ‘scheef’ als zijn effectenpositie op (een nog ongerealiseerd) verlies staat.

Schrijven

Het schrijven van opties is een beursterm voor het verkopen van opties die je niet eerder gekocht hebt.

Sectormandjes

Pakketje aandelen van fondsen die actief zijn in een bepaalde sector, zoals financiële dienstverlening, transport of energie. Warrants hebben vaak betrekking op sectormandjes.

Settlement

Settlement is de daadwerkelijke afwikkeling van een transactie. De verkoper van de stukken ontvangt het geld en de koper ontvangt de stukken.

Sharpe ratio

Veel beleggingsfondsen laten zien hoe goed ze hebben belegd op basis van het behaalde rendement. Als ze het eerlijk doen, vergelijken ze dit met een index of concurrerende fondsen. Maar iedere vergelijking gaat mank als we het risico vergeten. Een fonds dat aanmerkelijk meer risico neemt in zijn beleggingen, zou op den duur beter moeten scoren dan een fonds dat minder risico neemt. Als dat niet zo is, is dat risico voor niets genomen. Risico wordt vaak berekend op basis van de beweeglijkheid van een fonds. Ene professor W.F. Sharpe heeft daarvoor een formule ontwikkeld, die het rendement corrigeert voor het gelopen risico, oftewel het rendement per eenheid risico. Deze ratio is de Sharpe ratio. Sharpe kreeg hier een Nobelprijs voor.

Bijvoorbeeld: een goed gespreide portefeuille levert in de regel een goede verhouding op tussen risico en rendement. Daarbij is meer niet automatisch beter, aangezien een mandje van tien olieaandelen veel beweeglijker is dan een selectie van vijf aandelen uit totaal verschillende sectoren. Het is dus zaak om zoveel mogelijk factoren in het oog te houden bij het samenstellen van een goed gespreide portefeuille.

Short gaan

Short gaan is een beursterm die betekent dat je als belegger anticipeert op een daling. Je verkoopt aandelen die niet in jouw bezit zijn om deze later terug te kopen tegen een lagere prijs. Wordt ook wel short positie genoemd.

Bijvoorbeeld: stel dat iemand tien telefoons wil kopen voor € 100 per stuk. Ik heb die tien telefoons niet, maar verkoop ze toch. Omdat ik denk dat ik ergens anders voor € 80 die telefoons kan krijgen. Persoon X betaalt aan mij vooraf € 1000 voor tien telefoons. Vervolgens moet ik ervoor zorgen dat ik ook daadwerkelijk die tien toestellen voor € 80 op de kop tik. Ik neem daarmee een risico. Maar als het lukt, verdien ik tien keer € 20. En zo werkt het ook met aandelen.

Sluitingskoop

Koop van een optie of een future om een openstaande short positie ongedaan te maken. De koper van de optie of de future wordt hierdoor ontslagen van zijn leverings- of afnameplicht.

Sluitingsverkoop

Verkoop van een openstaande optie- of futurepositie. Hierdoor doet de verkoper afstand van de rechten die voortvloeien uit een optiepositie of de plichten die voortvloeien uit een futurepositie.

Splitsing

Een splitsing vindt plaats wanneer een onderneming het aantal uitstaande aandelen verhoogt, zonder de eigendomsverhoudingen te wijzigen. De koers van een aandeel wordt lager, waardoor ook kleinere beleggers de eerder hoog-geprijsde aandelen kunnen kopen.

Bijvoorbeeld: een aandeel dat bijvoorbeeld € 250 kost, kan worden gesplitst in 10 aandelen die ieder € 25 noteren. Een splitsing kan zowel bij een gewoon aandeel als bij een beleggingsfonds plaatsvinden. In het laatste geval zal de belegger meer aandelen van een beleggingsfonds in bezit krijgen die dezelfde waarde vertegenwoordigen als voor de splitsing.

Spread

De spread van een fonds is het verschil tussen de biedprijs en de laatprijs.

Bijvoorbeeld: als de markt € 22,50 biedt en € 23 laat, dan is de spread dus € 0,50.

Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE)

De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) is door de Minister van Financiën belast met met houden van toezicht op de financiële markten in Nederland. Elke toegelaten instelling dient in bet bezit te zijn van een door de STE afgegeven vergunning. Het zonder vergunning aanbieden van diensten in de effectensector is strafbaar.

Stop loss order

Een stop loss order wordt –  nadat het stopniveau is geraakt of overschreden – geactiveerd als een market order, en dus op de eerste en beste volgende koers of koersen uitgevoerd.

Bijvoorbeeld: stel je wilt een bepaald aandeel verkopen als dit een stopniveau bereikt van € 10,- dan kun je dit aangeven. Zodra de koers € 10,- wordt, worden de aandelen verkocht. Dit kan zijn tegen het bedrag van € 10,- maar dit kan ook zijn voor een bedrag van € 10,02. Dit is afhankelijk van snelheid waarmee de prijs fluctueert.

T+3

Datum waarop de transactie plaats vindt plus drie dagen. Dit betekent dat drie dagen na de transactie de effecten worden geleverd en afgerekend.

Technische analyse

Methode waarbij met behulp van koersgrafieken en rekenmodellen wordt geprobeerd een trend op de beurs te voorspellen. Er wordt vooral gekeken naar de verhouding tussen kopers en verkopers. In feite probeert men met technische analyse het (massa)gedrag van de beleggers te begrijpen.

Termijncontract

Verhandelbare overeenkomst tussen twee partijen om een bepaalde onderliggende waarde te kopen of verkopen op een vooraf afgesproken tijdstip in de toekomst, tegen betaling van een eveneens overeengekomen prijs. Zowel de koper als de verkoper gaat een verplichting aan, in tegenstelling tot opties waar slechts de schrijver een verplichting aangaat. Een termijncontract wordt ook wel aangeduid met de Engelse term ‘future‘.

Bijvoorbeeld: ik koop het recht om volgend jaar voor € 140 per ton graan te kopen van een graanproducent, ongeacht wat de marktprijs op dat moment is.

Tijd- en verwachtingswaarde

De intrinsieke waarde is de waarde die de optie heeft indien de optie direct uitgeoefend zou worden. Vaak is de prijs van een optie echter hoger dan alleen deze intrinsieke waarde. De extra waarde wordt de tijd- en verwachtingswaarde van een optie genoemd.

Toelatingseisen

Eisen waaraan een vennootschap moet voldoen voordat een beursnotering kan worden verkregen. Deze eisen hebben onder andere betrekking op eigen vermogen, winstgevendheid, prestaties en de structuur van de onderneming.

Totaal rendement

Het totaal rendement is de procentuele totale opbrengst op een belegging over een bepaalde periode. Dit bestaat uit de som van koerswinst en uitgekeerde dividenden.

Bijvoorbeeld: stel dat je twee aandelen XYZ in bezit hebt, die je voor € 50 per stuk hebt gekocht. Je investering is dus in het begin € 100 waard. In een jaar betaalt de onderneming dividend uit van € 2 per aandeel, wat je € 4 oplevert. De prijs van het aandeel stijgt in dat jaar naar € 60. Dit betekent dat je totale investering € 124 waard is (de waarde van de aandelen plus dividend). Vervolgens trek je de oorspronkelijke waarde van de investering (€ 100) af van de nieuwe waarde (€ 124) en deelt dit door € 100. Om het rendement in procenten uitgedrukt te krijgen, vermenigvuldig je de uitkomst met 100. Zo komt je op een jaarlijks rendement van 24%.

Transactie

Een transactie is een ruil tussen twee of meer partijen. Doorgaans wordt deze term gebruikt als het gaat om een zakelijke overeenkomst waarbij goederen of diensten tegen geld tussen partijen worden uitgewisseld. Bij het verhandelen van effecten op de beurs wordt er ook wel gesproken over een deal.

Uitgevende instelling

Een onderneming of de overheid die aandelen of obligaties uitgeeft op een openbare kapitaalmarkt zoals de effectenbeurs van Amsterdam Exchanges. Uitgevende instellingen worden ook wel emittenten genoemd.

Bijvoorbeeld: voorbeelden van uitgevende instellingen of emittenten zijn AKZO Nobel, Elsevier, Hagemeijer, Heineken en de Staat der Nederlanden.

Valuta

Valuta is een ander woord voor een munteenheid. De euro is de valuta die wij in Nederland gebruiken. Maar er zijn veel meer valuta. Denk bijvoorbeeld aan de Amerikaanse Dollar of de Japanse Yen. De waarde van een munteenheid fluctueert. Deze verschillen per dag en er kan in worden gehandeld.

Variation margin

Eventuele koersverschillen van een openstaande futurespositie worden dagelijks verrekend via de zogenaamde variation margin.

Volatiliteit

De koers van een onderliggende waarde zoals een aandeel of index is voortdurend in beweging. De koers kan omhooggaan, maar natuurlijk ook omlaag. De term die wordt gebruikt voor de beweeglijkheid van een effect is volatiliteit. Beweeglijkheid wordt ook wel aangeduid met de Engelse term volatility.

Bijvoorbeeld: Er is sprake van een lage volatiliteit wanneer een onderliggende waarde een stabiele koers heeft, en dus bijna niet omhoog of omlaag beweegt. Een effect dat wild beweegt heeft een hoge volatiliteit.

Voorwetenschap

Het beschikken over koersgevoelige informatie voordat deze publiekelijk bekend is. Handelen met voorwetenschap wordt aangemerkt als een economisch delict: het is verboden en strafbaar.

Waarborgsom

Het bedrag dat bij het aangaan van een agrarisch termijncontract als zekerheid moet worden gestort. Zowel de koper als de verkoper van een termijncontract storten een waarborgsom ter afdekking van de risico’s.

Warrant

Een effect dat gedurende een bepaalde periode het recht geeft om een bepaald aantal aandelen tegen een bepaalde, vastgestelde koers te verwerven. Warrants lijken enigszins op opties maar worden uitgegeven door banken. Ook zijn de contractspecificaties niet gestandaardiseerd zoals bij opties wel het geval is. Verhandeling vindt plaats op de effectenbeurs van Amsterdam Exchanges.

Whale

De beleggingsterm Whale die vooral gebruikt wordt bij Cryptohandel, maar ook bij andere vormen van beleggen voorkomt. Een whale is bijvoorbeeld een grootaandeelhouder. Of iemand die veel coins van een bepaalde Cryptomunt heeft. Whales kunnen de markt manipuleren met grote koop- en verkooporders waardoor de prijs sterk kan gaan stijgen of dalen.

Winst per aandeel (WPA)

De winst per aandeel (WPA) is de totale winst van een onderneming gedeeld door het aantal uitstaande aandelen. De WPA geeft de winstgevendheid van een onderneming weer, gezien door de ogen van een aandeelhouder.

Yield curve

Een yield curve is een grafiek die het verband weergeeft tussen de korte en de lange obligatierente, meestal bij staatsleningen.

Zero bond

Zero bond is een obligatie die tijdens de looptijd geen rentebetalingen doet (coupons) maar afgelost wordt tegen een van tevoren bekend bedrag. Emissie van een zero bond vindt plaats tegen minder dan 100%.

Zero coupon-obligatie

Een zero coupon-obligatie is een obligatie die wordt uitgegeven tegen een koers die ver onder het uiteindelijke aflossingsbedrag ligt doordat de obligatie geen coupon(nen) uitbetaalt tijdens zijn looptijd.