Geen moeilijke termen meer met de belegger ABC!
Vind je al die termen nog een beetje lastig te begrijpen? Dat is helemaal niet zo gek. Geen zorgen, met de Belegger ABC zul je snel leren kennen.
Datum waarop de transactie plaats vindt plus drie dagen. Dit betekent dat drie dagen na de transactie de effecten worden geleverd en afgerekend.
Deel van de coupon van een aandeel of obligatie dat bij inwisseling recht geeft op nieuwe dividendbewijzen.
Het risico dat een tegenpartij niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Afwikkeling van transacties via clearing sluit dit risico uit.
Verhandelbare overeenkomst tussen twee partijen om een bepaalde onderliggende waarde te kopen of verkopen op een vooraf afgesproken tijdstip in de toekomst, tegen betaling van een eveneens overeengekomen prijs. Zowel de koper als de verkoper gaat een verplichting aan, in tegenstelling tot opties waar slechts de schrijver een verplichting aangaat. Een termijncontract wordt ook wel aangeduid met de Engelse term ‘future‘.
Bijvoorbeeld: ik koop het recht om volgend jaar voor € 140 per ton graan te kopen van een graanproducent, ongeacht wat de marktprijs op dat moment is.
De aanduiding voor de markt waarop handel in termijncontracten plaatsvindt.
De intrinsieke waarde is de waarde die de optie heeft indien de optie direct uitgeoefend zou worden. Vaak is de prijs van een optie echter hoger dan alleen deze intrinsieke waarde. De extra waarde wordt de tijd- en verwachtingswaarde van een optie genoemd.
Een combinatieorder waarbij call- of putopties met dezelfde onderliggende waarde en uitoefenprijs, maar met verschillende afloopdatum worden gekocht en geschreven.
Rechtspersoon die het recht heeft om te handelen op de markten van Amsterdam Exchanges. Hierbij gaat het uitsluitend om professionele partijen zoals banken, commissionairs, floor brokers en market makers.
Eisen waaraan een vennootschap moet voldoen voordat een beursnotering kan worden verkregen. Deze eisen hebben onder andere betrekking op eigen vermogen, winstgevendheid, prestaties en de structuur van de onderneming.
Het totaal rendement is de procentuele totale opbrengst op een belegging over een bepaalde periode. Dit bestaat uit de som van koerswinst en uitgekeerde dividenden.
Bijvoorbeeld: stel dat je twee aandelen XYZ in bezit hebt, die je voor € 50 per stuk hebt gekocht. Je investering is dus in het begin € 100 waard. In een jaar betaalt de onderneming dividend uit van € 2 per aandeel, wat je € 4 oplevert. De prijs van het aandeel stijgt in dat jaar naar € 60. Dit betekent dat je totale investering € 124 waard is (de waarde van de aandelen plus dividend). Vervolgens trek je de oorspronkelijke waarde van de investering (€ 100) af van de nieuwe waarde (€ 124) en deelt dit door € 100. Om het rendement in procenten uitgedrukt te krijgen, vermenigvuldig je de uitkomst met 100. Zo komt je op een jaarlijks rendement van 24%.
Een tracker wordt ook wel een ETF genoemd. Het is een beleggingsfonds dat meerdere aandelen bevat en op de beurs verhandeld wordt. Het wordt ook wel een indexfonds genoemd.
De aan- en verkoopkosten die een bank of commissionair aan een klant berekent bij het kopen en verkopen van effecten.
Het uitoefenen van een optierecht voordat de optie afloopt. Alleen Amerikaanse stijlopties kunnen tussentijds worden uitgeoefend. Tussentijds uitoefenen kan interessant zijn voor callopties vlak voordat het onderliggende aandeel ex-dividend gaat.