fbpx

Zoals zo vaak is het antwoord afhankelijk van jouw situatie en wat jij wil bereiken.

Wil je beleggen in beleggingsfondsen (of ETF’s) of juist in individuele aandelen of obligaties? Wat zijn je rendementsdoelen en hoeveel risico kan en wil je nemen?  En vooral: wat is je doel met “groen” beleggen?

Laten we beginnen met het doel van groen beleggen. Er zijn, denk ik, 3 mogelijke redenen waarom mensen, maar ook grote beleggers groen en/of duurzaam willen beleggen:

  1. Je wil beleggen in bedrijven die producten en diensten maken die passen bij wat jij belangrijk vindt en die dat op een manier doen waar jij je in kan vinden. En je wil juist niet beleggen in bedrijven die producten maken waar je niet achter staat (bijvoorbeeld wapens, sigaretten of olie en gas) of die hun producten maken op een manier waar je niet achter staat (minder dan een leefbaar loon betalen aan hun werknemers of leveranciers, niet goed omgaan met hun afval, etc)
  2. Je wil graag een klein steentje bijdragen aan het vergroenen van de wereld
  3. Je verwacht dat groene beleggingen op langere termijn een beter rendement gaan maken of minder riskant zijn

Je denk misschien dat de punten 1, 2 en 3 erg op elkaar lijken, maar dat is zeker niet altijd het geval.

Proberen bedrijven te veranderen

Alle aandeelhouders in een bedrijf samen zijn eigenlijk de baas van het bedrijf. Ze kunnen de directeuren ontslaan en nieuwe aannemen en stemmen op vergaderingen waarin wordt besloten over bijvoorbeeld de strategie. Een deel van de beleggers die de wereld graag willen vergroenen kopen daarom juist aandelen van bedrijven die op dit moment nog niet als duurzaam worden gezien en proberen – samen met andere aandeelhouders – de onderneming een andere bedrijfskoers te laten varen. Dat kan door als aandeelhouders te gaan praten met directies van bedrijven en als dat praten onvoldoende werkt, tegen het beleid van de directie te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.  Een voorbeeld is de organisatie Follow This. Zij proberen olie- en gasbedrijven te veranderen door grote en kleine beleggers te helpen “duurzaam” te kunnen stemmen op zulke aandeelhoudersvergaderingen. Ook sommige fondsmanagers zijn heel actief met het in gesprek gaan (ook wel engagement genoemd) met bedrijven en een op duurzaamheid gericht stembeleid. Over het algemeen zijn Nederlandse en andere Europese fondshuizen daar actiever en duurzamer in dan Amerikaanse fondsmanagers.

Er is – wetenschappelijk – bewijs dat het als aandeelhouders in gesprek gaan werkt, maar vaak maar “tot op zekere hoogte”. Voor hele grote strategische veranderingen (denk aan het heel snel veranderen van een oliebedrijf naar een bedrijf in hernieuwbare energie) is praten alleen vaak onvoldoende gebleken en is het tot nu toe ook lastig om meer dan 50% van de stemmen te krijgen op vergaderingen.

Alleen beleggen in duurzame bedrijven en juist niet beleggen in niet-duurzame bedrijven

Andere beleggers kiezen ervoor om alleen te beleggen in bedrijven die al groen en/of duurzaam zijn. Zij willen geen aandelen en obligaties van bedrijven die niet duurzaam zijn of ze hadden ze wel, maar verkopen deze nu. Als heel veel beleggers daarvoor zouden kiezen wordt het voor duurzame bedrijven goedkoper om aan geld te komen en kunnen ze makkelijker groeien en wordt het voor niet duurzame bedrijven duurder. Ook kan het helpen dat aandeelhouders hiermee een signaal afgeven naar de overheid, maar ook naar die bedrijven dat ze bepaalde activiteiten niet langer steunen. Dat kan helpen bij het veranderen van beleid van bedrijven en overheden.

Het (meer gaan) beleggen in duurzame grote beursgenoteerde bedrijven zal niet heel veel direct effect hebben op het “duurzamer worden” van de wereld. Als jij een aandeel Tesla koopt, koop je dat vaak niet van Tesla zelf maar van een andere aandeelhouder. Tesla merkt daar zelf niet veel van en er wordt waarschijnlijk geen enkele elektrische auto meer door gemaakt. Dat wil overigens niet zeggen dat je deze aanpak niet zou moeten kiezen. Als héél veel mensen deze manier van beleggen kiezen wordt het signaal voor zowel het duurzame bedrijf als voor de niet-duurzame bedrijven waarin minder wordt belegd wel duidelijk.

Beleggen in kleinere duurzame bedrijven of nieuwe initiatieven zal veel sneller echte “impact” hebben. Zonder jouw geld komt het project misschien niet van de grond of is er minder geld beschikbaar. Dergelijke beleggingen zijn vaak wel risicovol. Aan de andere kant kan je je ook afvragen of het beleggen in een bedrijf dat per vandaag veel winst maakt op een niet-duurzame manier voor de lange termijn eigenlijk niet ook best risicovol is. Beleggen in niet-beursgenoteerde bedrijven die groene of sociale “impact” willen maken kan via sommige fondsen van fondsmanagers, zoals bijvoorbeeld van Triodos en ASN. Er zijn ook mensen die via crowdfunding-platformen geld steken in duurzame initiatieven.

Minder financieel risico of beter rendement?

Sommige mensen hebben heel lang gedacht dat duurzaam beleggen ten koste zou gaan van het financiële rendement. Ze denk dan aan de extra investering in een beter inkomen of betere producten voor je personeel, leveranciers en klanten. Anderen dachten juist dat doordat de overheid steeds strengere regels heeft en klanten duurzaamheid steeds belangrijker gaan vinden, duurzame bedrijven juist goed voorbereid zijn op de toekomst en ofwel een beter rendement gaan maken, of in ieder geval minder risico lopen. Een deel van de duurzaamheidsmaatregelen is natuurlijk sowieso goed voor de portemonnee. Denk aan het besparen op energie en grondstoffen.

Kijkend naar het verleden lijkt het erop dat er weinig verschil in financieel rendement is geweest (niet voordelig en ook niet nadelig), maar hoe dat in de toekomst verder gaat uitpakken? Dat hangt er ook vanaf hoe wij als klanten ons gaan gedragen en aan hoe overheden doorpakken met stevigere wetgeving. De meeste experts zijn het er wel over eens dat het voor de wereld – zeker op de lange termijn – en dus ook voor langetermijnbeleggers belangrijk is om wereldwijd afgesproken duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. Helaas betekent dat niet dat alle beleggers zich daar ook voor inspannen en de consequenties daarvan (investeren in duurzaamheid) accepteren. Heel veel beleggers worden ook nog steeds gedreven door kortetermijnsucces en beter presteren dan anderen. En dat maakt het voor bedrijven soms lastig om investeringen te doen die zich mogelijk pas op de langere termijn zullen uitbetalen, soms ook afhankelijk van de snelheid waarmee overheden nieuwe wetten maken.

Hoe vind ik duurzame bedrijven of beleggingsfondsen?

Bedrijven die jou willen helpen bij het beleggen hebben natuurlijk ook in de gaten dat er steeds meer mensen zijn die duurzaam beleggen belangrijk vinden. Helaas leidt dat ertoe dat bedrijven en beleggingsfondsen hun producten en diensten soms “groener” voorstellen dan ze daadwerkelijk zijn. Dat wordt ook wel Greenwashing genoemd. Dat kan bewust zijn, maar ook omdat niet iedereen dezelfde definitie heeft van wat groen beleggen inhoudt. Zo kan een beleggingsfonds (of ETF) beleggen in de duurzaamst presterende bedrijven van elke sector, maar dan dus ook in het best presterende tabaks-, olie- en wapenbedrijf beleggen. Of een beleggingsfonds belegt alleen in bedrijven die jij ook echt duurzaam vindt, maar de aanbieder van het beleggingsfonds stemt voor jouw fonds en voor al hun andere fondsen – mede namens jou – op aandeelhoudersvergaderingen op een manier waar jij helemaal niet achterstaat.

Meer informatie:

  • Informatie over het stemgedrag van vermogensbeheerders kun je bijvoorbeeld vinden op ShareAction | A ranking of asset managers’ approaches to responsible… en natuurlijk op de eigen website van de aanbieder.
  • Als je bedrijven op duurzaamheidsaspecten wil vergelijken kun je kijken naar zogenaamde ESG ratings van bijvoorbeeld MSCI of Sustainalytics of rankings van organisaties als Worldbenchmarking of Access to medicine Foundation. Realiseer je daarbij dat deze scores vooral gaan over HOE een product of dienst tot stand komt (en dan ook nog vooral over de aanwezigheid van beleidsprocessen) en weinig zegt over de producten of diensten zelf.
  • De 17 duurzame doelen (SDG’s) van de Verenigde Naties kunnen je helpen om te bedenken of bedrijven ook echt producten en diensten maken die daaraan bijdragen. Fondsmanagers hebben vaak ook specifieke beleggingsfondsen waarin ze alleen beleggen in bedrijven waarvan de producten en diensten bijdragen aan die SDG’s.
  • Dit artikel van de Volkskrant: Hoe activistische aandeelhouders Nederlandse bedrijven opschudden.