fbpx

Veel beleggers beschouwen Cryptomunten als een vorm van speculeren en niet als een vorm van beleggen. Arjan Lubach maakte een item hierover in zijn avondshow waarin hij dit uitlegt. Bill Gates stelt in dit artikel dat NTF en Crypto gebasseerd zijn op de ‘Greater Fool Theory’. Ook columniste Jemima Kelly van de Financial Times heeft deze mening. Hieronder staat de vertaling van haar column waarin zij uitlegt waarom zij Crypto niet als belegging ziet.

Waarom ik crypto nog steeds niet serieus neem.

Het mag dan de nieuwste politieke en financiële obsessie zijn, maar cryptovaluta blijft iets zonder intrinsieke waarde.

Keer op keer wordt mij verteld dat het tijd is dat ik crypto serieus neem. Crypto, zo gaat het liedje, is “mainstream gegaan” – van investeerder BlackRock tot de Zwitserse bank UBS – elke grote investeerder “onderzoekt” het op zijn minst tegenwoordig, terwijl de grote firma’s elk tientallen miljoenen particuliere beleggers hebben.

Regeringen zijn ook gunstig gestemd: Groot Brittannië neemt een “vooruitziende houding” aan (een “forward-looking approach”) waarbij de minister van financiën hoopt dat het land wereldwijd het middelpunt van crypto wordt. Net zoals in El Salvador, waar de bitcoin nu een wettig betaalmiddel is. Ik kan daar lacherig over doen, maar als ik zelf geen crypto heb aangeschaft, dan sta ik juist voor schut, wordt mij verteld.

En toch, hoe ik ook probeer het serieus te nemen, ik kom steeds nieuwe manieren tegen om crypto absurd te vinden. Van de week werd de komische noot verzorgd door de iemand met de toepasselijke naam Sam Bankman-Fried, een hoge bestuurder en oprichter van de cryptobeurs FTX, een bedrijf met een onlangs vastgestelde waarde van 32 miljard dollar. Op maandag verscheen Bankman-Fried (zelf 24 miljard dollar waard) in Bloombergs Odd Lots-podcast en hem werd gevraagd uit te leggen hoe een nieuw cryptofenomeen werkt dat luistert naar de naam “yield-farming” (de letterlijke Nederlandse vertaling: opbrengstlandbouw).

Yield-farming is een ingewikkelde gang van zaken waarbij investeerders hun bestaande crypto kunnen vermeerderen door geld te lenen van klanten en hen in ruil daarvoor een bewijs van aandeel (“governance token”) te geven. Deze crypto wordt vervolgens omgezet in andere munten en gedecentraliseerde financiering (“DeFi projects”) met het aanbod van een hoog rendement. Deze praktijk heeft al menig wenkbrauw doen fronsen. Niet alleen vanwege de ongebruikelijk hoge beloningen die het belooft, maar ook vanwege zorgen dat de particuliere beleggers niet echt begrijpen hoe het werkt en zich daardoor onbewust zijn van de risico’s die ze lopen. Je zou dus verwachten dat Bankman-Fried, op wiens platform dit wordt aangeboden, het zou brengen als een volwassen financieel product.

Maar nee. Bankman-Fried vergelijkt één van zijn yield-farming-platforms met een doos en legt het zo uit: “Dit is een waardevolle doos, zoals je kunt zien aan de hoeveelheid geld waarvan mensen blijkbaar hebben vastgesteld dat die in de doos moet komen. En wie zijn wij om daar iets van te vinden?” Daarna beschrijft hij hoe dit een soort zichzelf vervullende voorspelling wordt, want zodra investeerders hierover gunstig gestemd zijn, wordt de doos (de ‘token’) meer waard en ze “zullen nóg eens 300 miljoen dollar in de doos doen… en dat gaat zo door tot in het oneindige. En zo verdient iedereen geld.”

Matt Levine van Bloomberg was duidelijk verbluft en wees erop dat Bankman-Fried iets leek te zeggen zoals: “Ik handel in piramidespelen, en dat is best goed.”

Bankman-Frieds commentaar is op grote schaal bespot en het is inderdaad lachwekkend, maar wat mogelijk grappiger is, is dat zijn beschrijving ook op de rest van crypto toepasbaar is. Ik heb crypto al vaker vergeleken met een piramidespel, hoewel er verschillen zijn, zoals het gebrek aan een centrale administratie.

Crypto, zoals Bankman-Frieds doos, heeft geen intrinsieke waarde: het is simpelweg waard wat iedereen besloten heeft dat het waard is. En zoals deze doos – waarvan de FTX-oprichter uitlegde dat die gecreëerd kan worden “binnen ongeveer vijf minuten met een internetverbinding” – kunnen cryptotokens net zo gemakkelijk worden gemaakt. Daarom zijn er nu bijna 20.000 verschillende soorten cryptovaluta, waarbij je voor de gek wordt gehouden dat er digitale schaarsheid heerst.

Maar goed, dan is er altijd nog het “crypto is net als internet in de vroege jaren ’90”-argument, toch? Afgezien van het feit dat de vergelijking van crypto met de grootste technologische doorbraak in de geschiedenis, puur op gronden van ‘ook niemand begreep het internet in het begin’ nogal voelt als een drogreden, blijft dit jaren ’90-argument een beetje voortslepen. Durfkapitalist Marc Andreessen vertelde op een conferentie in 2014 dat bitcoin aanvoelde als het internet in 1994; in 2019 zei hij dat het aanvoelde als 1992. Dus vermoedelijk zijn we nu zo rond 1991 aanbeland.

Maar kan er een logisch argument zijn – ondanks dit alles – om wat geld om te zetten in crypto? Natuurlijk is er een risico dat alles naar nul gaat, maar dat is een bekend risico. Er is ook een risico dat de inleg vele malen stijgt en dat je dat misloopt. Is dat niet genoeg om dit serieus te nemen?

Om dat waar te laten zijn, moet je ervan uitgaan dat crypto geen schade kan opleveren, maar in feite is het een spel waarin je meer kan verliezen dan je hebt ingelegd (een negative-sum game). Nog afgezien van de schade aan het milieu en het miljardenverlies door oplichterij, is aan ontelbare mensen valse hoop gegeven.

Dus nee, sorry, ik wil crypto niet serieus nemen: niet als bezit en ook niet als een vorm van geld, wat eigenlijk ook weer tegenstrijdig aan elkaar is. Ik wil het niet anders zien dan een bedreiging voor de samenleving en misschien als iets om zo nu en dan grimmig over te lachen.

Deze column stond op 27 april 2022 in de Financial Times en is met toestemming van de auteur vertaald en op deze website geplaatst.

Vertaling: Saskia Dankers-Bruining